Haptonomie

Na de tweede wereldoorlog is een cultuur ontstaan waarbij het denken centraal staat. Daarmee is het voelen op een tweede plaats gezet. Een bekend voorbeeld hiervan is iemand met een depressie die zichzelf gaat verwonden om maar iets te kunnen voelen.

Bij mensen met chronische pijn is er meestal geen sprake van weefselschade, maar de gedachten over de pijn kunnen wél de pijn verergeren. Haptonomie helpt de gedachten over pijn helpen uitschakelen door daadwerkelijk het lichaam te laten voelen zoals hij is. Zo kan pijn een vriend worden die aangeeft waar jou grenzen liggen in plaats van een vijand die moet worden bestreden.

Het grootste orgaan is de huid en deze is een expert wat betreft aanraking. Haptonomie speelt hier op in. Het Griekse woord ‘hapsis’ betekent ‘tast’ en ‘nomos’ betekent ‘norm’. Haptonomie helpt dus de tast te normaliseren. Door mensen weer beter te laten vóélen komen lichaam en geest (voelen en denken) weer in balans.